Eredivisietrainingen door andere ogen bekeken (blog 1/3)

Met in eerste instantie het idee zelf wat te gaan leren als trainer, bezocht ik vele Eredivisietrainingen in het afgelopen seizoen. Het was een leuke reis die ik langs de velden maakte. Ik leerde er zeker wat, maar heel andere dingen dan vooraf gedacht. Hieronder een opsomming met bijzondere zaken die ik zag en meemaakte. In latere blogs ga ik inhoudelijk in op de trainingen.

De sfeer

Het is bijzonder te zien dat er grote verschillen zijn in de sfeer bij de clubs. Bij ADO zit je tussen mensen die geen blad voor de mond nemen en van alles naar de spelers roepen. De interactie is erg humoristisch op z’n plat Haags. Dit staat in schril contrast met de gemoedelijke rust bij Heracles bijvoorbeeld, waar kinderen en bejaarden in stilte op de tribune zitten. Het kwam ook voor dat ik in mijn uppie aan de zijkant van het veld stond. Bij Almere was ik de enige toeschouwer. De meeste bezoekers zag ik bij Feijenoord waar je geluk hebt als er een keer een training open is. En dan nog word je op ruime afstand van de spelers gehouden. Spelers werden daar met busjes gebracht en afgehaald. Het kwam op mij onpersoonlijk over. Bij eigenlijk alle overige clubs waren de spelers heel toegankelijk.

Wie bent u?

In alle gevallen moet ik een opvallende aanwezige geweest zijn. Aantekeningen makend tussen een handje vol bekende supporters of pers en soms dus helemaal alleen. En vaak ook heel dicht op het veld. Je ziet spelers en trainers kijken en denken, wie is die kerel? Het was onverwacht zeldzaam dat er iemand die op het veld een rol had zichzelf voorstelde en aan me vroeg wie ik was en wat ik kwam doen. Groenendijk bij ADO kon zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en kwam tijdens een pass- en trapvorm geleid door zijn assistent even naast me zitten. Zonder mij een hand te geven of zich voor te stellen, vroeg hij of ik van de komende tegenstander was. Ik reikte hem wel de hand, stelde me voor en vertelde dat ik kwam om wat te leren. Bij Heracles kwam assistent René naar me toe met uitgestoken hand. Hij stelde zich netjes voor en ook hij vroeg of ik van een tegenstander was. Op een steenkoude dag bij FC Utrecht kwam hoofdtrainer de Jong ook even een hand geven en dat deed hij ook bij een aantal andere supporters. Hij stelde zich echter niet voor. Waar ik mijn handschoen uittrok, hield hij hem aan. Ik zei alleen mijn naam en je zag zijn ogen vragen, “maar wat doe je dan hier”? Hij vroeg het niet. Verder groetten vele hoofd- en assistent-trainers me met een vriendelijk “goedemorgen”, dat wel.

Angst bij hoofdtrainers

Er bleek ook bij enkele trainers angst aanwezig, maar waarvoor? Zoals beschreven kwamen bij Heracles en ADO trainers naar me toe om te vragen wat ik kwam doen. Bij Sparta onder Dick Advocaat ging ik op een koude winterdag kijken. Ik was met maximaal 4 anderen in het stadion aanwezig. Ik maakte aantekeningen. Het was voor het eerst dat ik Advocaat aan het werk zag. Alle trainingen waren open tot dan toe. Toevallig of niet, de volgende dag werden op de website ineens diverse trainingen als besloten bestempeld. Op een zonnige voorjaarsdag bij Vitesse, waar toch zeker 50 mensen stonden, maakte ik een foto achter het doel waar men vrije trappen aan het oefenen was. Enkel om voor de fun naar een vriend te appen. Even later werden de oefeningen gestopt en kwam de materiaalman naar me toe om te vragen “of ik het allemaal kon zien”. Hij legde uit dat hij wel begreep dat ik een amateurtrainer was die wat wilde leren, maar dat Fraser de oefening had afgebroken omdat hij mijn gedrag “verdacht” vond. Hij dacht dat ik van de tegenstander was. En ook daar werden een week later de trainingen deels besloten gemaakt.

Spelers bekeken

De gemoedstoestand van de spelersgroepen was divers. Ik zag bij AZ verreweg de meeste gedrevenheid in de spelersgroep en het hoogste tempo. Bij NEC zag ik de meeste complexe oefeningen die ook nog eens zeer nauwkeurig werden uitgevoerd. De sprintoefeningen waren daar echt volle bak, wat ik nergens anders zag. Het enthousiasme spatte er in de partijtjes vanaf. Wellicht makkelijk als je eerste of tweede staat.

Ik heb me verbaasd over behoorlijk wat spelers die er duidelijk de kantjes van afliepen en daar alle ruimte voor kregen. Het besef dat er tienduizenden getalenteerde en minder getalenteerde een moord zouden doen om in hun positie te staan, lijkt ver te zoeken. De ergste werden overigens midden seizoen weg getransfereerd en in hosanna aangenomen bij andere ploegen in de onderste regionen. Ze stonden direct in de basis bij hun nieuwe club. Vragen die clubs niet na wat ze in huis halen? Hoe ergerlijk moet het zijn om daar als speler mee te moeten werken? Wat doet dat met de sfeer in een ploeg? Assistent trainers hadden duidelijk geen grip op deze jongens. Natuurlijk, want ze staan er toch wel in. Instructies werden gewoon niet uitgevoerd.

Nog zoiets: ellenlange discussies over wie er in het midden moet in dure trainingstijd. Het spel ligt gewoon stil een minuut lang, terwijl de heren niet in het midden willen. Ballen die een meter buiten het veld gaan, maar de trainer laat toch gewoon doorgaan. En het wordt allemaal toegestaan door de trainers terwijl er zichtbare ergernis is onder diverse spelers.

Bestuurlijk

Hierboven gaf ik al aan dat ik me verbaasde dat er spelers zijn die bij de éne club nagenoeg uitgespuwd werden en toch elders weer werden aangenomen. Bij diverse clubs was de technisch directeur (TD) regelmatig toeschouwer bij de trainingen. Zij zijn ook verantwoordelijk voor het aanstellen van de trainers. Ik lijk in ieder geval stukken kritischer te kijken in de richting van de hoofdcoaches dan deze heren. Want nergens zag ik een signaal dat er gewerkt werd aan verbetering van de trainingen. Maar als je de historie van de trainers en TD-en bekijkt dan blijkt dat veel paden van deze mensen elkaar in het verleden kruisten. Samen gevoetbald, komt vaak voor. Lastig om de hoofdtrainer dan aan te spreken op de geleverde kwaliteit? Ik zag ook een TD die gezellig bij zijn club in de dug-out ging zitten “buurten” met spelers en trainers. Samen lachen terwijl het op het veld voor zijn neus letterlijk een ongeorganiseerd zooitje was om maar niet te spreken van de stand op de ranglijst. En dan was daar nog FC Twente die 3 trainers liet passeren dit seizoen. Ik zag zowel Hake, Verbeek als Pusic trainingen geven. In de basis veranderde er op de trainingen helemaal niets. Onvoorstelbaar toch? Andere trainers maar geen verandering noch vooruitgang. Voor mij geen verrassing dat het uiteindelijk misging. Hetzelfde geldt voor Sparta dat Advocaat als vervanger voor Pastoor binnen haalde. Op het trainingsveld was zeker geen vooruitgang zichtbaar, wel een heel andere aanpak.

Supporters bemoeienis

Nog een opvallende situatie: Voorafgaand aan een zeer belangrijke wedstrijd (de laatste training ervoor) spraken drie leden van de supportersvereniging eerst met de trainer. Vervolgens spraken ze de spelersgroep toe. Wat er gezegd werd, kon ik niet horen. De trainer stond echter tussen de supporters tegenover zijn spelers en niet tussen of achter zijn spelers. Dat vond ik niet het juiste gebaar van de trainer. Hij moet zijn spelers steunen en niet de supporters volgens mij. Nu kwam het op mij over alsof de hoofdtrainer met de supporters de spelers aan het toespreken waren.

Trainingsinhoudelijk

Een goede oefensessie is meer dan alleen een leuke oefening uitzetten, aan de gang helpen en de regels bewaken. Het leek er bij vele trainingen toch verdacht veel op dat het nauwelijks verder ging dan dat. Over de trainingsaanpak is zo veel te zeggen dat ik besloten heb daar een blog of 4 aan te gaan wijden. Ik zal beschrijven wat ik aantrof en hoe het beter kan en moet. Onder de naam “De staat van de Eredivisie in 50 trainingen” zal ik de blogs presenteren. Zaken die aan bod komen zijn o.a: Hoe was de samenwerking tussen de trainers? Hoe was de didactiek? Welke inhoudelijke en specifieke aanwijzingen kregen spelers? Werd er consequent en gestructureerd gewerkt?